De wooncoöperatie is een woonvorm waarbij huurders hun eigen huisbaas zijn. De gemeente Amsterdam wil dat over 20 jaar zo’n tien procent van het totale bestand in de stad bestaat uit woningen ontwikkeld door wooncoöperaties. Een ander vorm van collectieve zelfbouw heet CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) en leek vooral een crisisverschijnsel. Waarin onderscheidt de wooncoöperatie zich van CPO? Maakt de wooncoöperatie de stad wél toegankelijk voor Jan met de Pet? Hier alles wat je moet weten over de woonvorm, in vijf vragen.

Sleutelwoord bij de wooncoöperatie is collectief. Bewoners ontwikkelen, besturen en beheren ‘hun’ woningen samen. Bij onze Duitstalige buren is het een bekend fenomeen. In bijvoorbeeld Zürich en Berlijn zijn de zogenaamde ‘Genossenschaften’ talrijk. Nu is de wooncoöperatie ook in Nederland in opkomst, volgens een gelijkend principe. Wie lid wordt van een wooncoöperatie, koopt met eigen vermogen of een collectieve hypotheek een aandeel van de coöperatie en huurt daarna in feite van zichzelf. De coöperatie heeft geen winstoogmerk.

Lees het hele artikel van Stadszaken van 24 september 2019

https://www.stadszaken.nl/ruimte/wonen/2363/maakt-de-wooncoperatie-de-stad-weer-voor-iedereen-en-nog-4-vragen-over-de-ontwikkelvorm